Soortgroepen
Flora
Planten
Mossen
Korstmossen
Paddenstoelen
Kranswieren
Wieren
Fauna
Zoogdieren
Reptielen
Amfibieën
Vissen
Weekdieren
Kreeftachtigen
Stekelhuidigen
Manteldieren
Sponzen
Holtedieren
Projecten
FLORON
Het Nieuwe Strepen
Witte gebieden
Staat deze plant er nog?
Meetnet Muurplanten
Mijn Berm Bloeit!
Populatieonderzoek Jeneverbes
BLWG
Witte gebieden mossen
Witte gebieden korstmossen
Staat dit mos er nog?
Staat dit korstmos er nog?
Meetnet Korstmossen
Meetnet Mossen
Kaart Begraafplaatsen & Mossen
Kaart Begraafplaatsen & Korstmossen
NMV
Meetnet Bospaddenstoelen
Meetnet Zeereeppaddenstoelen
Meetnet Moeraspaddenstoelen
Determineren
Eerste Hulp Bij Determineren
Determinatie Vaatplanten
Determinatie Korstmossen
Determinatie Orchideeën
Het veld in
Veldkaart printen
Contactpersonen Natuurgebieden
Waarnemingen
Waarnemingen
Losse waarneming invoeren
Nieuwe streeplijst FLORON
Nieuwe streeplijst paddenstoelen
Nieuwe streeplijst (korst)mossen
Nieuwe streeplijst ANEMOON
Nieuwe streeplijst weekdieren
Mijn Lijsten
Mijn Waarnemingen
Lijsten zoeken
Waarnemingen zoeken
Waarnemers
Dashboard
Dashboard
Kaart biodiversiteit per hok
Soortenlijst per atlasblok
Literatuur
Inloggen
|
Over deze site
FLORON Verspreidingsatlas Vaatplanten
Verspreidingsatlas
a
b
c
d
e
f
g
h
i
j
k
l
m
n
o
p
q
r
s
t
u
v
w
x
y
z
Cirsium arvense
(L.) Scop.
Akkerdistel
5 km
Kaart downloaden of aanpassen
Download kaart (groot)
Download kaart (klein)
Kaartenmachine
QR-code
Download kaartdata (csv)
algemeen
|
ecologie & verspreiding
|
literatuur (3)
|
flora's (4)
|
taxonomie
|
herkenning
|
feedback (0)
|
trend
Familie:
Asteraceae
Groep:
tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Voorkomen in Nederland
Status:
bron: Voorstel voor de Rode Lijst Vaatplanten 2012
Niet bedreigd
Trend sinds 1950:
bron: Voorstel voor de Rode Lijst Vaatplanten 2012
onveranderd of toegenomen
Zeldzaamheid:
bron: Voorstel voor de Rode Lijst Vaatplanten 2012
algemene soort
Indigeniteit:
bron: Standaardlijst 2003
oorspronkelijk inheems
Bloemen
bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra
Eenslachtig (een bloem met alleen mannelijke of alleen vrouwelijke geslachtsorganen). Tweehuizig (mannelijke en vrouwelijke bloemen op verschillende planten). De meeste planten zijn tweehuizig (mannelijke en vrouwelijke bloemen aan verschillende planten). De langgesteelde bloemhoofdjes (1,5-2,5 cm) staan alleen of met twee tot vijf bij elkaar in schermvormige pluimen. De welriekende bloemen zijn lichtpaars of zelden wit. Bloemen tot aan de voet vijfdelig. De mannelijke bloemen zijn groter dan de vrouwelijke. De opgerichte omwindselbladen eivormig, paarsig, aan de top nauwelijks stekeligpuntig. Het omwindsel is spinnenwebachtig behaard.
[meer]
Ecologie
bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra
Bodem
Zonnige of zelden licht beschaduwde, open plaatsen op matig droge tot vochtige, voedselrijke, zwak zure tot kalkrijke, omgewerkte grond (klei, leem, löss, mergel, lemig zand of zand vermengd met schelpgruis of stenig materiaal, zelden op verdroogd veen).
Groeiplaats
Waterkanten (ruige oevers, aanspoelselgordels langs rivieren en langs zeearmen), akkers (graanakkers), grasland (open plekken in weiland en hooiland), bermen, heide (op lemige plekken en langs schelpenpaadjes), ruderale plaatsen, ruigten, bossen (loofbossen en jonge bosaanplantingen), kapvlakten, wanden van afgravingen, opgespoten grond, drooggevallen zandplaten, ingedijkte zandplaten, op vloedmerk in brakke omgeving en zeeduinen (aan de rand van strandvlakten, noordhellingen en duinvalleien).
Verspreiding
bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra
Nederland
Zeer algemeen.
Vlaanderen
Zeer algemeen.
Wallonië
Zeer algemeen.
Wereld
Bijna wereldwijd in gematigde streken.
Ecologie
bron: Botanisch Basisregister (met aanvullingen)
Biotoopvoorkeur:
humeuze ruigten
Levensduur:
overblijvend
Levensvorm:
geofyt
Zaadbank:
kortlevend (1-5 jaar)
Worteldiepte:
tot meer dan 100 cm.
Bloeitijd:
juni - september
Literatuur
Bakker, D. & J. Diender (1956) De Akkerdistel.
De Levende Natuur
59:
121-127
Egelmeers, J. & P. Grooten (2005) De flora rondom Houthem in 1986 en 2004.
Natuurhistorisch Maandblad
94:
58-61
Nijland, F. (1993) Distels langs spoorlijnen en in aangrenzend agrarisch grasland.
Twirre
4:
7-12
Pagina's in standaardwerken
Atlas van de Nederlandse Flora 3:
52
Heukels' Flora van Nederland, 23e ed.:
620
Nederlandse Oecologische Flora 4:
141
Wilde Planten 1:
124
deze soort in de Zadenatlas van Nederland
Taxonomie
Rijk:
Plantae
Stam:
Tracheophyta
Klasse:
Spermatopsida
Orde:
Asterales
Familie:
Asteraceae
Cirsium arvense
(L.) Scop. (1772)
Nederlands:
Akkerdistel
Engels:
Creeping Thistle
Duits:
Ackerdistel
Etymologie
bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra
Cirsium
is afkomstig van het Griekse woord
kirsos
(gezwollen ader of spatader). Distels werden vroeger als remedie hiertegen gebruikt.
Kirsion
betekent
distelsoort
en
arvense
is
op akkers groeiend
.
Bron:
Standaardlijst 2003
Bron Nederlandse naam:
Standaardlijst 2003
Beschrijving
bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra
Stengels
De gegroefde, meestal vertakte stengel (niet sterk vertakt) is niet of zeer smal stekelig gevleugeld en bovenaan niet gevleugeld.
Bladeren
Behalve in het kiemplantstadium wordt geen bladrozet gevormd. De lancetvormige, glanzende bladen zijn aan de randen stekelig, bochtig veerspletig en meestal sterk gekroesd of ze zijn ongedeeld en dan tamelijk vlak. De aan de bovenzijde donkergroene en kale bladen kunnen aan de onderzijde zilverig wit zijn. De bovenste bladeren zijn niet gesteeld.
Bloemen
Eenslachtig (een bloem met alleen mannelijke of alleen vrouwelijke geslachtsorganen). Tweehuizig (mannelijke en vrouwelijke bloemen op verschillende planten). De meeste planten zijn tweehuizig (mannelijke en vrouwelijke bloemen aan verschillende planten). De langgesteelde bloemhoofdjes (1,5-2,5 cm) staan alleen of met twee tot vijf bij elkaar in schermvormige pluimen. De welriekende bloemen zijn lichtpaars of zelden wit. Bloemen tot aan de voet vijfdelig. De mannelijke bloemen zijn groter dan de vrouwelijke. De opgerichte omwindselbladen eivormig, paarsig, aan de top nauwelijks stekeligpuntig. Het omwindsel is spinnenwebachtig behaard.
Vruchten
Een eenzadige dopvrucht of nootje. De zaden zijn 4-5 mm. Het haar van de pappus is evenals bij andere vederdistels geveerd, dat wil zeggen van zijhaartjes voorzien. De zaden zijn kortlevend (één tot vijf jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Kenmerken
bron: Botanisch Basisregister (met aanvullingen)
Hoogte:
0,60-1,20 m.
Bloemkleur:
paars
Type vrucht:
eenzadige dopvrucht of noot
Kleur van de vrucht:
Onopvallend
Geslachtsverdeling:
éénslachtig, tweehuizig
Feedback
commentaar toevoegen
Trend van de soort
Indexcijfer (1990=100) voor deze soort.
© NEM(CBS & FLORON) 2017
Soms fluctueert het aantal sterk. Hoe vloeiender de lijn, des te betrouwbaarder de grafiek.
Close
Afbeelding 1 van 13
Maximize image
Restore image
Bestand:
Naam fotograaf:
Locatie:
Omschrijving:
Betreft detail:
NFN:
Publiek zichtbaar:
Gemaakt op:
februari 2019
februari 2019
m
d
w
d
v
z
z
5
28
29
30
31
1
2
3
6
4
5
6
7
8
9
10
7
11
12
13
14
15
16
17
8
18
19
20
21
22
23
24
9
25
26
27
28
1
2
3
10
4
5
6
7
8
9
10
Weergegeven onderdelen:
Upload
Voorwaarden voor het plaatsen van foto's
Naam verkeerd weergeven? Pas je naam aan.
Hartelijk dank voor het uploaden. Je bijdrage wordt beoordeeld door het validatieteam. Tot die tijd is de foto of het geluid alleen voor jezelf zichtbaar.
Sluiten
{1}
##LOC[OK]##
{1}
##LOC[OK]##
##LOC[Cancel]##
{1}
##LOC[OK]##
##LOC[Cancel]##