|
Orchis simia Lamk.
Aapjesorchis
|
Ecologie & verspreiding Aapjesorchis prefereert zonnige tot iets beschaduwde , droge tot matig vochtige, voedselarme, kalkrijke bodems. Ze groeit in de duinen, kalkgraslanden, open bosranden en struwelen. Noordelijk reikt het deelareaal van het licht verbrokkelde Europese verspreidingsgebied tot in Nederland. De plant is zeer zeldzaam in Zuid-Limburg en in de Hollandse duinen. De 1e vondst van deze soort dateert uit 1905 uit de duinen bij Scheveningen en is indertijd verzameld voor een herbarium. Het heeft lang geduurd voordat er weer een melding van de Aapjesorchis werd gedaan en wel uit Zuid-Limburg, waar ze sinds die tijd op meerdere plekken is aangetroffen. De wortelrozetten worden al in de winter aangelegd en zijn vorstgevoelig wat de soort kwetsbaar maakt in onze regionen. Bestuiving geschiedt door korttongige bijen en vliegen. Aapjesorchis is onmiskenbaar, niet alleen door de bouw van de bloem maar ook door het feit dat de bolvormige bloeiwijze van boven naar beneden bloeit i.t.t. tot al onze andere soorten.
CC-BY-SA 3.0 René van Moorsel, 2014
| EcologieBodemZonnige of soms licht beschuwde plaatsen op droge tot matig vochtige, stikstofarme en matig voedselarme, kalkrijke, maar soms kalkarme grond (löss, leem, mergel en duinzand). GroeiplaatsGrasland (onbemest kalkgrasland, grazige kalkhellingen en beek- en rivierbegeleidend hooiland), lichte bossen (lichte bossen), bosranden, struwelen (open plaatsen en struweelranden) en zeeduinen. Vooral in berg- en heuvelgebieden.
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandZeer zeldzaam in Zuid-Limburg en in de Hollandse duinen. Lang geleden ook in de duinen bij Scheveningen. VlaanderenZeer waarschijnlijk verdwenen. Vroeger in de Voerstreek. WalloniëZeer zeldzaam in het Maasgebied en in La Calestienne. WereldZuidwest- en West-Europa, het Middellandse-Zeegebied en Zuidwest-Azië. Noordelijk tot in Nederland en Zuidoost-Engeland.
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NLLiteratuurArditti,J. & A. Ghani (2000) Tansley Review No. 110. Numerical and physical properties of orchid seeds and their biological implications. New Phytologist 145: 367-421 Claessens, J. (2021) Sleutel voor de uitgebloeide orchideeën van Nederland en België. [multi-entry key] Claessens, J. & M. Claessens (2021) Sleutel voor uitgebloeide orchideeën van Nederland en België. Eigen uitgave [Determinatiesleutel, e-Book] Claessens, J. & J. Kleynen (1997) Orchis simia Lamk. gevonden in de Voerstreek (België, prov. Limburg). Dumortiera 67: 21-23 Mennema, J. (1974) De Wever, een botanicus op eenzame hoogte. Natuurhistorisch Maandblad 63: 56-64 van de Munckhof, P. (1974) De Castenrayse vennen. Natuurhistorisch Maandblad 63: 6-9 van Urk, R.M. (1956) Korte mededelingen. Correspondentieblad 1: 11-11 Vuyck, L. (1911) Orchis simia - Apen-Orchis Flora Batava 23: 1772-1772 Willems, J.H. & A.M.M. van Haperen (1974) Een recente vondst van Orchis simia Lamk. in Zuid-Limburg. Gorteria 7: 6-13 TaxonomieRijk: | Plantae | Stam: | Tracheophyta | Klasse: | Spermatopsida | Orde: | Asparagales | Familie: | Orchidaceae | Orchis simia Lamk. | Nederlands: | Aapjesorchis | Engels: | Monkey Orchid | Duits: | Affenorchis | Etymologiebron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra | Een afzonderlijke bloem lijkt wel wat op een aapje, vandaar de Nederlandse naam Aapjesorchis. Orchis betekent zaadbal of testikel. De beide wortelknollen lijken namelijk op testikels. Simia betekent aap.
| Bron: Standaardlijst 2003 | Bron Nederlandse naam: Standaardlijst 2003 | | Zoeken in GBIF | Zoeken in Google Scholar |
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels Een rechte of iets bochtige, enigszins kantige stengel, die door de bovenste bladeren wordt omsloten. Bladeren De drie tot vijf grondstandige bladen zijn langwerpig-lancetvormig of eirond, vrij vlak, glanzend en niet gevlekt. De onderste bladeren staan schuin omhoog. Onderaan groeien enkele kleine, schedevormige bladen. Bloemen Tweeslachtig (een plant met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). Een dichte, bolvormige aar. De bovenste bloemen komen eerder in bloei dan de onderste. De drielobbige, 1,4-1,6 cm lange bloemen zijn vuilwit of rozeachtig met vrij vage, paarse vlekjes. De middenlob is tweespletig met een tandje in de uitgerande top. De zijslippen en de twee lobben van de middenslip van de lip zijn paarsrood, bijna draadvormig en omgekruld. De omlaag gerichte spoor is rolrond. De andere bloemdekbladen staan omhoog en lijken samen iets op een muts. Vruchten Een doosvrucht. Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL FeedbackLaurens Sparrius op 23-5-2020 Zie ook http://www4.knnv.nl/orchideeenforum/viewtopic.php?f=3&t=2766 commentaar toevoegen
Atlasblokken met waarnemingen
Het aantal atlasblokken (5x5 km) waarin de soort is gemeld binnen een periode van vijf jaar (vanaf 1980) of twintig jaar.
Niet gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en het aantal doorgegeven waarnemingen kan sterk variëren per periode,
dus een trend in verspreiding kan hier niet direct uit worden afgelezen. Het opgegeven jaartal is het eerste jaar van de
periode. Bron: gevalideerde waarnemingen uit de NDFF. © FLORON & NDFF
download hoge resolutieFenologie bloeiendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.
|