|
Utricularia australis R. Br.
Loos blaasjeskruid
|
Ecologie & verspreiding Loos blaasjeskruid is in Nederland zeldzaam tot vrij algemeen in wateren op de zandgronden van Noord Brabant, Drenthe en Groningen (b.v. in de Gronings-Drentse veenkoloniën). Elders lijkt zij (zeer) zeldzaam, maar niet afwezig. Loos blaasjeskruid wordt veelal aangetroffen in van oorsprong voedselarme gebieden die voedselrijker worden als gevolg van water aanvoer of landbouw activiteiten. Net als Groot blaasjeskruid, waarmee Loos blaasjeskruid vaak wordt verward, lijkt zij licht toe te nemen. Dit zou heel goed een schijnbare toename kunnen zijn vanwege de grotere aandacht die botanici aan deze soorten besteden. Loos blaasjeskruid is moeilijk te onderscheiden van Groot blaasjeskruid, waarmee zij soms samengroeit. De verspreiding en de mate van voorkomen zijn daarom niet goed bekend. Het beste onderscheid lijkt de vruchtzetting te zijn, die bij Loos blaasjeskruid ontbreekt. Bij Groot blaasjeskruid vormt het vruchtsteeltje met de bolle vrucht het beeld van een ouderwetse hanglantaarn.
CC-BY-SA 3.0 Bert Lanjouw, 2014
| EcologieBodemZonnige, warme plaatsen in ondiep, matig voedselarm tot matig voedselrijk, zwak zuur, stilstaand, beschut, zoet of iets ziltig water met een bodem van venig zand. GroeiplaatsWater (kanalen, open plekken aan oevers of in verlandingsvegetaties, kleine plassen, veenwijken, heidevennen, zandputten, leemputten, duinplassen en bermsloten).
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandZeldzaam in het oosten en midden van het land en zeer zeldzaam in het rivierengebied, in laagveengebieden en op de Waddeneilanden. VlaanderenZeldzaam in de Kempen. Elders zeer zeldzaam. WalloniëZeer zeldzaam. WereldIn Midden-Europa van Noord-Italië tot in Midden-Engeland en in het Oostzeegebied. Ook in Noordwest-Afrika, op een paar plekken in Centraal-Azië, in enkele delen van tropisch Afrika, in Sri Lanka, in oostelijk Australië en in Nieuw-Zeeland.
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NLLiteratuurBobrov, A.A., P.A. Volkova, Y.O. Kopylov-Guskov, O.A. Mochalova, A.E. Kravchuk & D.M. Nekrasova (2022) Unknown sides of Utricularia (Lentibulariaceae) diversity in East Europe and North Asia or how hybridization explained old taxonomical puzzles. Perspectives in Plant Ecology, Evolution and Systematics 54: 125649- [naam Utricularia australis zou Utricularia x neglecta moeten zijn] Lanjouw, B. (2013) Gewoon en Loos blaasjeskruid in Oost-Drentse veenkoloniale waterschapsleidingen. Nieuwsbrief Werkgroep Florakartering Drenthe 49: 4-6 Mandos, M. (2022) Tien jaar natuurontwikkeling langs de Reusel Planten 18: 4-5 Pauw, E., C. ten Haaf & P. Pepping (2023) Spaarnwoude: plantengroei van sloten en slootoevers vroeger en nu. Ten Haaf & Bakker, Groet Vuyck, L. (1906) Utricularia neglecta - Voorbijgezien Waterblaaskruid Flora Batava 22: 1701-1701 Weeda, E.J. (1973) Het Myriophyllo verticillati-Nupharetum bij Denekamp. Gorteria 6: 131-136 Pagina's in standaardwerkenAtlas van de Nederlandse Flora 2: 306Flora Batava 22: plaat 1701Heukels' Flora van Nederland, 23e ed.: 544Heukels' Flora van Nederland, 24e ed.: 628Nederlandse Oecologische Flora 3: 249Wilde-Planten.nl: pagina TaxonomieRijk: | Plantae | Stam: | Tracheophyta | Klasse: | Spermatopsida | Orde: | Lamiales | Familie: | Lentibulariaceae | Utricularia australis R. Br. (1810) | Nederlands: | Loos blaasjeskruid | Engels: | Bladderwort | Duits: | Südlicher Wasserschlauch | Etymologiebron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra | De Nederlandse naam blaasjeskruid dankt de plant aan de blaasjes aan de bladen onder water. Utricularia komt van utricuilus (zakje), vanwege de blaasjes aan de bladen. Australis betekent "zuidelijk".
| Bron: Standaardlijst 2003 | Bron Nederlandse naam: Standaardlijst 2003 | | Zoeken in GBIF | Zoeken in Google Scholar |
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels Bloeistengel zwak tot sterk S-vormig heen en weer gebogen. Bladeren De bladslippen hebben spitse tanden, waaraan stekelharen groeien. De bloeistengel is zwak tot sterk S-vormig heen en weer gebogen. Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen zijn geel. De onderlip heeft een vlakke, licht gegolfde rand. De bovenlip is tot 2 keer zo lang als het oranje gestreepte gehemelte. De spoor loopt taps toe en is stomp. De bloemsteeltjes zijn 1,1 tot 2,6 cm lang en groeien na de bloei sterk uit. Ze kunnen dan tot 4 cm lang worden. Ze steken stijf schuin of recht omhoog en zijn 3 tot 5 keer zo lang als de schutbladen. Vruchten Een 4 mm grote doosvrucht. De rechte vruchtstelen staan schuin af of zijn vaak tegen de as van de bloeiwijze aangedrukt. De 0,5 mm grote, 4 tot 6 hoekige zaden zijn gevleugeld. Er ontstaan bij ons echter maar zeer zelden vruchten. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode. © NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiend Bron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.
|