Ecologiebron: Wilde-planten.nl / Klaas DijkstraBodemZonnige tot soms licht beschaduwde plaatsen op vochtige tot vaak natte, matig voedselrijke, matig stikstofrijke, humushoudende, kalkhoudende en/of brakke grond (duinzand, leem, löss en klei). Ook op licht brakke grond. Vaak op verstoorde grond.
GroeiplaatsZeeduinen (duinvalleien), bermen, dijken, waterkanten (kanalen, rivieren, beken, greppels en sloten), grasland, langs spoorwegen, moerassen (ruige rietmoerasjes), afgravingen (leem- en kleigroeven) en in ruigten tussen laag struweel.
Verspreidingbron: Wilde-planten.nl / Klaas DijkstraNederlandAlgemeen in Zeeland, vrij algemeen in de duinen, Zuid-Limburg, het rivierengebied, langs de Dommel en langs het IJsselmeer en vrij zeldzaam in het Waddengebied. Elders zeldzaam tot zeer zeldzaam.
VlaanderenAlgemeen, maar veel zeldzamer in de Kempen.
WalloniëVrij algemeen in Brabant en vrij zeldzaam in het Maasgebied en de zuidelijke Ardennen. Elders zeldzaam tot zeer zeldzaam.
WereldZuidwest-Azië en West-, Midden- en Zuid-Europa.
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De stengels staan stijf rechtop en zijn meestal strobruin. Ze zijn alleen in de bovenste helft vertakt. Heelblaadjes groeit in groepen.
Bladeren De bladeren zijn grijsgroen, viltig behaard en 3-8 cm lang. De onderste bladeren zijn langwerpig en omvatten de stengel voor de helft. De bovenste bladeren zijn driehoekig-eirond, hebben een hart- tot pijlvormige voet en omvatten de stngel. Aan de rand zijn ze verwijderd gezaagd en iets omgerold. Van boven worden ze spoedig vrij kaal en hebben ze een fijn wrattig oppervlak. Aan de onderkant blijven ze lang witviltig.
Bloemen Polygaam (bloemen met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen en bloemen met alleen mannelijke of alleen vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemhoofdjes zitten in losse iets schermvormige pluimen. De hoofdjes zijn 1½ -2½ cm. De gele lintbloemen staan horizontaal af. Ze zijn twee keer zo lang als het groene, beklierde omwindsel. De buisbloemen zijn dooiergeel. De omwindselbladen zijn lijnvormig en viltig.
Vruchten Een eenzadige dopvrucht of nootje. De zaden hebben vruchtpluis van haren en een buitenste krans van vergroeide vliezige schubben. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Trend van de soort
Indexcijfer (1990=100) voor deze soort.

© NEM(CBS & FLORON) 2019
Soms fluctueert het aantal sterk. Hoe vloeiender de lijn, des te betrouwbaarder de grafiek.
Bloeiperiode

© FLORON gebaseerd op waarnemingen van bloeiende planten in de periode 2000-2019