|
|
Pilosella peleteriana (Mérat) Sch. Bip. & F.W. Schultz
Vals muizenoor
|
Ecologie & verspreiding Vals muizenoor prefereert open, zonnige, warme, droge, stikstof- en voedselarme, zwak zure tot vrij kalkarme zand- of stenige grond. De plant groeit in droog duingrasland, in heideachtige vegetaties, in loof- en naaldbossen, in bermen en in boszomen. De kalkmijdende soort heeft een disjunct areaal ten noorden en zuiden van ons land en wordt hier alleen aangetroffen op Terschelling, waar ze in 1996 voor het eerst gesignaleerd werd, waarschijnlijk betreft het nieuwe vestiging. Op Terschelling staat ze in ongestoord duingrasland, deels in bermen van fietspaden. Vals muizenoor lijkt veel op Muizenoor en verschilt daarvan door de kortere en dikkere uitlopers met dichter op elkaar staande bladeren, die naar de top toe in grootte toenemen. De beharing van de bladeren en de omwindselbladen is verschillend, hebben de hoofdjes een iets andere kleur en zijn de omwindselbladen duidelijk breder. Voor een goede zaadzetting is kruisbestuiving nodig, de zaden worden verspreid door wind en mieren of via passanten.
CC-BY-SA 3.0 René van Moorsel, 2014
| EcologieBodemZonnige plaatsen op droge, voedselarme, zwak zure, vrij kalkarme grond (zand en stenige plaatsen). GroeiplaatsZeeduinen (duingrasland, droog, zuur grasland, bermen van fietspaden en duinheide).
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandZeer zeldzaam, alleen op Terschelling. VlaanderenNiet in Vlaanderen. WalloniëZeer zeldzaam bij Dinant. WereldIn West-Europa, vanaf Noord-Spanje tot in Zuid-Engeland en noordoostelijk tot in Midden-Duitsland. In de West-Europese laagvlakte alleen op Terschelling, vervolgens weer in Scandinavië. Ook op de Deense Waddeneilanden.
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NLLiteratuurDijkstra, S.J. (1945) Floristische notities over het jaar 1944. Natuurhistorisch Maandblad 34: 14-16 Gadella, T.W.J. (1982) Nieuwe vindplaatsen van Hieracium peleterianum Merat. Gorteria 11: 142-142 Gadella, T.W.J. (1981) Het Schellings havikskruid ( Hieracium peleterianum Merat). Gorteria 10: 120-129 Gadella, T.W.J. & E. Kliphuis (1968) Enige opmerkingen over Hieracium pilosella L. in Nederland. Gorteria 4: 17-26 Gottschlich, G. (2020) Synopse der für Deutschland nachgewiesenen Arten und Unterarten der Gattung Hieracium s. l. ( Hieracium s. str. und Pilosella), aufgeschlüsselt nach Vorkommen in den einzelnen Bundesländern. Forum Geobotanicum 9: 1-59 van Heusden, T. (2018) Vals muizenoor (Pilosella peleteriana) op de Nederlandse Waddeneilanden. Stratiotes 53: 39-56 van Heusden, T. (2018) Vals muizenoor (Pilosella peleteriana) op de Nederlandse Waddeneilanden. Stratiotes 53: 39-56 Pagina's in standaardwerkenAtlas van de Nederlandse Flora 1: 128Heukels' Flora van Nederland, 23e ed.: 633Heukels' Flora van Nederland, 24e ed.: 693Nederlandse Oecologische Flora 4: 214Wilde-Planten.nl: paginadeze soort in de Zadenatlas van Nederland Taxonomie| Rijk: | Plantae | | Stam: | Tracheophyta | | Klasse: | Spermatopsida | | Orde: | Asterales | | Familie: | Asteraceae | Pilosella peleteriana (Mérat) Sch. Bip. & F.W. Schultz (1812) | | Nederlands: | Vals muizenoor | | Engels: | Peletier's Hawkweed | | Duits: | Peletiers Habichtskraut | Etymologiebron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra | Hieracium komt van het Griekse hierax (havik). De Oude Grieken meenden, dat de havik van deze planten gebruik maakte, om zijn gezichtsvermogen te versterken. Peleterianum is genoemd naar de Franse botanicus en chemicus Pelletier (1788-1842) of naar de Franse markie.
| Bron: Standaardlijst 2003 | | Bron Nederlandse naam: Standaardlijst 2003 | | Synoniemen: | Hieracium peleterianum, Pilosella peleteriana subsp. peleteriana | | Â | | Zoeken in GBIF | | Zoeken in Google Scholar |
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De plant lijkt sterk op Muizenoor, maar heeft kortere en dikkere uitlopers met dicht bij elkaar staande bladeren, die groter worden naar de top van de uitloper. De rozetbladeren zijn aan de bovenkant lang en dicht, zijdeachtig behaard. Bladeren De plant lijkt sterk op Muizenoor, maar heeft kortere en dikkere uitlopers met dicht bij elkaar staande bladeren, die groter worden naar de top van de uitloper. De rozetbladeren zijn aan de bovenkant lang en dicht, zijdeachtig behaard. Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De lintbloemen zijn bleekgeel, maar de buitenste zijn van onderen roodachtig. De omwindselbladen worden tot 2½ mm breed. Ze dragen alleen of hoofdzakelijk lange enkelvoudige haren. Vruchten Een eenzadige dopvrucht of nootje. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL FeedbackTom van Heusden op 5-6-2021 Er staat dat de bladeren op het stolon in grootte toenemen, maar dat is lang niet altijd zo. Belangrijk is dat ze niet in grootte afnemen naar het uiteinde van het stolon.
Verspreiding in de tekst staat nog op alleen Terschelling, maar inmiddels (zoals op de stippenkaart staat) ook op Ameland.
Bij literatuur kan eventueel verwezen worden naar:
van Heusden (2018). Vals muizenoor (Pilosella peleteriana) (Merat) F.W. Schulz & Bip op de Nederlandse Waddeneilanden. Stratiotes 53: 39-56
https://www.researchgate.net/publication/328661153_Vals_muizenoor_pilosella_peleteriana_Merat_FW_Schulz_Sch_Bip_op_de_Nederlandse_Waddeneilanden commentaar toevoegen
Atlasblokken met waarnemingen
Het aantal atlasblokken (5x5 km) waarin de soort is gemeld binnen een periode van vijf jaar (vanaf 1980) of twintig jaar.
Niet gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en het aantal doorgegeven waarnemingen kan sterk variëren per periode,
dus een trend in verspreiding kan hier niet direct uit worden afgelezen. Het opgegeven jaartal is het eerste jaar van de
periode. Bron: gevalideerde waarnemingen uit de NDFF. © FLORON & NDFF
download hoge resolutieFenologie bloeiend Bron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.
|