EcologieBodemZonnige tot licht beschaduwde plaatsen op matig droge tot vrij natte, matig voedselrijke tot voedselrijke, zwak zure, humeuze grond. Vaak in bron- of kwelgebieden (zand, leem en klei).
GroeiplaatsBossen (loofbossen), bosranden, houtwallen, struwelen, heggen, afgravingen (kiezelgroeven) en zeeduinen (natte bosjes aan de binnenduinrand).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandVrij algemeen in het oosten en midden van het land, in het rivierengebied en op de grens van het Hollandse duingebied en het laagveengebied. Elders zeer zeldzaam.
VlaanderenVrij algemeen. Het meest in de Leemstreek.
WalloniëVrij zeldzaam. Het meest in het Maasgebied en in de Ardennen.
WereldEuropa, noordelijk tot de Noordkaap. In zuidelijker streken alleen in gebergten (o.a. in het Atlasgebergte). Ook in West- en Midden-Azië.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL LiteratuurCool, C. (1916) De Vogelkers-vlag = Traphrina (Exoascus) pruni Tul.
De Levende Natuur 21: 159-159
Ehrenburg, A., H. van der Hagen & L. Terlouw (2008) Amerikaanse vogelkers als invasieve soort in de kustduinen.
De Levende Natuur 109: 240-245
Kops, J. (1807) Prunus padus - Vogel Pruim
Flora Batava 2: 85-85
Maes, N.C.M. (2013)
Inheemse bomen en struiken in Nederland en Vlaanderen-Herkenning, verspreiding, geschiedenis en gebruik. Boom
Springer, L.A. (1915) Prunus padus L. Vogelkers of Tros-kers, ook wel Wilde Sering.
De Levende Natuur 20: 247-252
van der Putten, W. & F. Rienks (2004) Amerikaanse vogelkers groeit ongeremd door bodemleven.
De Levende Natuur 105: 136-137
Vanhellemont, M., L. Baeten, L. de Keersmaeker, K. Vandekerkhove, M. Hermy & K. Verheyen (2009) Is Amerikaanse vogelkers overal even invasief.
De Levende Natuur 110: 339-343
Vuyck, L. (1901) Prunus petraea - Kleine Vogelkers; Steenkers
Flora Batava 21: 1632-1632
Pagina's in standaardwerkenAtlas van de Nederlandse Flora 3:
181Flora Batava 02:
plaatHeukels' Flora van Nederland, 23e ed.:
395Heukels' Flora van Nederland, 24e ed.:
395Nederlandse Oecologische Flora 2:
101Wilde Planten 2:
268Wilde-Planten.nl:
paginadeze soort in de Zadenatlas van Nederland Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De stinkende, bruine bast bladdert af.
Bladeren De lichtgroene, breed langwerpige tot eironde bladeren zijn toegespitst en gezaagd. Ze zijn niet leerachtig en niet glanzend. Ze worden 5-10 cm lang en hebben acht tot veertien paar zijnerven. Aan de onderkant zitten uitspringende nerven. De bovenkanten van de nerven en de onderkant van de nerfoksels zijn behaard.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen verschijnen tegelijk met de bladeren. De lange tros staat eerst rechtop, maar gaat later overhangen. De bloemen zijn 1-2 cm. De kroonbladen zijn wit en langwerpig. De kelkbladen zijn voorzien van franje en klieren. De kelkbuis valt tijdens de vruchtrijping af.
Vruchten Een steenvrucht. De bittere, bolvormige steenvruchten zijn blauwzwart en worden 6-8 mm. Ze hebben een afvallend kroontje. De pit is gegroefd. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.