EcologieBodemLicht beschaduwde plaatsen op vochtige, matig voedselarme tot meestal matig voedselrijke, neutrale tot meestal kalkhoudende en lemige grond (leem, mergel, löss en stenige plaatsen).
GroeiplaatsBossen (kalkrijke loofbossen, hellingbossen en langs bospaden), bosranden, heggen, struwelen, hakhout, kapvlakten, waterkanten (oeverwallen in beekbegeleidende bossen), langs spoorwegen (spoorbermen) en steile wanden.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandPlaatselijk vrij algemeen in Zuid-Limburg, zeldzaam in het rivierengebied, in de Achterhoek en rondom Nijmegen en zeer zeldzaam in het midden van het land.
VlaanderenVrij zeldzaam in de Leemstreek. Elders zeldzaam of ontbrekend.
WalloniëVrij algemeen in Brabant, in het Maasgebied en in Lotharingen (in de zuidelijke Ardennen).
WereldIn Europa, behalve in de noordelijkste en westelijkste delen. Ook in Noordwest-Afrika en op enkele plaatsen in West- en Midden-Azië.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL LiteratuurKobus, J.D. (1866)
Flora van Wageningen en aangrenzende gemeenten. A. Ophorst, Wageningen
Kops, J. & J.E. van der Trappen (1849) Campanula trachelium - Ruig behaard Klokje
Flora Batava 10: 797-797
Sloff, J.G. & J.L. van Soest (1939) Het fluviatiele district in Nederland en zijn flora II.
Nederlandsch kruidkundig archief. Serie 3 49: 268-306
Pagina's in standaardwerkenAtlas van de Nederlandse Flora 2:
96Flora Batava 10:
plaat 0797Heukels' Flora van Nederland, 23e ed.:
583Heukels' Flora van Nederland, 24e ed.:
732Nederlandse Oecologische Flora 4:
11Wilde Planten 3:
233Wilde-Planten.nl:
pagina Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De kantige stengels zijn al dan niet vertakt, vaak enigszins heen en weer gebogen en borstelig behaard.
Bladeren De ruw behaarde bladeren zijn aan de onderkant lichter van kleur. Ze zijn breed-langwerpig, hebben een hartvormige voet, zijn lang toegespitst en onregelmatig getand. De onderste bladeren zij gesteeld en de bovenste zittend.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen vormen bebladerde trossen of smalle pluimen. Ze zijn blauw, 3 tot 5 cm groot, trechtervormig en hebben van binnen verspreide lange haren. De kelktanden zijn smal driehoekig en half zo lang als de kroon. De bloemstengel heeft 2 schutbladen aan de voet.
Vruchten Een doosvrucht. De hangende vruchten zijn ruw behaard. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.