EcologieBodemZonnige plaatsen op matig droge tot vochtige, matig voedselarme tot matig voedselrijke, kalkrijke grond (mergel, löss, rivierzand, leem, zavel en lichte klei).
GroeiplaatsDijken (grasland op rivierdijken en kanaaldijken), bermen, hellingen, langs spoorwegen (spoorbermen), grasland (gazons, kalkgrasland en weiland), zandige ruggen in uiterwaarden en rivierduinen.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandVrij algemeen in Zuid-Limburg, in het rivierengebied en plaatselijk in Zeeland. Elders zeer zeldzaam.
VlaanderenVrij algemeen in de Maasvallei, in Zuid-Limburg en in de omgevning van Brussel. Elders zeer zeldzaam.
WalloniëAlgemeen in het Maasgebied en in Lotharingen (de zuidelijke Ardennen).
WereldIn een groot deel van Europa. Oostelijk tot Midden-Siberië. Ingebugerd in Oost-Azië, Noord-Amerika en Nieuw-Zeeland.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL Literatuurde Jager, A. & M. Posno (1979) A comparison of the reaction to a localized supply of phosphate in Plantago major, Plantago lanceolata and Plantago media.
Acta botanica neerlandica 28: 479-489
Garjeanne, A.J.M. (1951)
Plantago.
De Levende Natuur 54: 151-159
Kimstra-Sinnema, J.G. (1965) Overzicht der in Nederland gevonden inheemse en adventieve
Plantago-soorten.
Gorteria 2: 129-135
Kops, J. (1822) Plantago media - Ruige weegbree
Flora Batava 4: 307-307
Leereveld, H., A.D.J. Meeuse & P. Stelleman (1976) Anthecological relations between reputedly anemophilous flowers and syrphid flies. II. Plantago media L.
Acta botanica neerlandica 25: 205-211
Londo, G. (1978) Over het gedrag in ruimte en tijd van
Taraxacum en
Plantago.
Gorteria 9: 174-178
Meeuse, A.D.J. (1984) Rate of dependence of Plantago media L. on entomophilous reproduction - preliminary report.
Acta botanica neerlandica 33: 129-130
Sloff, J.G. & J.L. van Soest (1939) Het fluviatiele district in Nederland en zijn flora II.
Nederlandsch kruidkundig archief. Serie 3 49: 268-306
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De grijsachtige stengels zijn vrij sterk behaard.
Bladeren Meestal is er maar 1 bladrozet, dat vaak plat tegen de grond gedrukt is. De bladeren zijn langwerpig-omgekeerd-eirond en hebben een gave rand of zijn zwak getand. Verder hebben de bladeren 7 tot 9 nerven, gekromde haren en zijn ze naar de voet in een heel korte steel versmald.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De aren zijn rond, 2 tot 6 cm lang en veel korter dan de aarsteel, maar wel langer dan de bladeren. De geurende bloemkroon is 4 mm groot en heeft witte kroonslippen. De meeldraden steken wijd buiten de aar uit. Ze zijn paarsachtig roze. De helmknoppen zijn krijtwit tot lila.
Vruchten Een doosvrucht met 2 tot 5 zaden. De zaden zijn kortlevend (1-5 jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.