EcologieBodemZonnige, open plaatsen op droge, matig voedselarme tot matig voedselrijke, kalkhoudende, omgewerkte grond (zand en stenige grond).
GroeiplaatsZeeduinen (laag duinstruweel, verstoorde mosduinvegetaties, droge, open bermen en omgewerkte grond), langs spoorwegen (spoorbermen en spoorwegterreinen), dijken, ruigten (kalkrijke ruigten), industrieterreinen, haventerreinen, oude muren, tussen straatstenen, vluchtheuvels, parkeerplaatsen en bermen (omgewerkte plaatsen).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandPlaatselijk algemeen in de Hollandse en Zeeuwse duinen en in stedelijke gebieden, vrij zeldzaam in het rivierengebied. Elders zeldzaam tot zeer zeldzaam en voornamelijk aangevoerd met duinzand.
VlaanderenVrij algemeen, maar zeldzamer in de Kempen. Het meest in de duinen en de Polders.
WalloniëVrij algemeen, maar zeldzamer in de Ardennen.
WereldWest-Azië, Noordwest-Afrika en het grootste deel van Europa, maar weinig in het noorden en noordwesten (noordelijk tot in Zuid-Scandinavië). Ingeburgerd in Noord-Amerika, Zuid-Afrika en Nieuw-Zeeland.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL LiteratuurHartsen, F.A. (1868) Bromus tectorum - Muur-dravik
Flora Batava 13: 1005-1005
Sloff, J.G. & J.L. van Soest (1939) Het fluviatiele district in Nederland en zijn flora II.
Nederlandsch kruidkundig archief. Serie 3 49: 268-306
Pagina's in standaardwerkenAtlas van de Nederlandse Flora 2:
89Flora Batava 13:
plaat 1005Heukels' Flora van Nederland, 23e ed.:
233Heukels' Flora van Nederland, 24e ed.:
275Nederlandse Oecologische Flora 5:
121Wilde Planten 1:
247Wilde-Planten.nl:
pagina Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De stengels zijn vaak behaard.
Bladeren De bladeren lijken veel op die van IJle dravik. Ze zijn vaak paars aangelopen.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloempluim is vrij dicht en kort en vrij sterk vertakt. De langste pluimtakken met drie tot acht aartjes. Alle aartjes hangen naar één kant. De aartjes zijn samen met de naalden 2½-3½ cm lang. De helmknoppen zijn hoogstens 1 mm lang. Het onderste kelkkafje heeft één nerf rm het bovenste drie nerven. Ze zijn 0,7 tot 1,1 cm lang.
Vruchten Een graanvrucht. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiend
Fenologie vruchtdragend
Bron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.