Ecologiebron: Wilde-planten.nl / Klaas DijkstraBodemZonnige of soms licht beschaduwde, open plaatsen op vochtige tot natte, voedselrijke, met name zeer stikstofrijke grond (zand, leem, zavel, klei en stenige plaatsen).
GroeiplaatsBraakliggende grond, omgewerkte grond, ruigten (natte ruigten), bermen, waterkanten (langs kanalen, rivieren, vijvers met een wisselende watrerstand en slootkanten), ruigten op aanspoelselgordels langs rivieren, klipkusten, haventerreinen, industrieterreinen, langs spoorwegen (spoorwegterreinen), puin, verhardingen, tegen hekwerken, opslagterreinen en zeeduinen (ruderale plaatsen).
Verspreidingbron: Wilde-planten.nl / Klaas DijkstraNederlandVrij algemeen in het rivierengebied en plaatselijk in de Hollandse en Zeeuwse duinen. Eders zeldzaam tot zeer zeldzaam.
VlaanderenVrij algemeen in het kustgebied van West-Vlaanderen en in de Maasvallei. Elders zeldzaam tot zeer zeldzaam.
WalloniëVrij algemeen in de zuidelijke Ardennen. Elders zeldzaam tot zeer zeldzaam.
WereldVermoedelijk komt Zwarte mosterd oorspronkelijk uit Zuidoost-Europa. Nu komt de soort voor in het grootste deel van Europa, in Noord-Afrika, Zuidwest-Azië en in het Nijldal. Ingeburgerd in Noord- en Zuid-Amerika, in Midden- en Zuid-Afrika, in Australië en op een aantal eilanden in de Stille Zuidzee.
LiteratuurWever, A. de (1952) Verdwijnende cultuurplanten 2, Mosterd.
Natuurhistorisch Maandblad 41: 76-76
Zijlstra, O.G. (1993) Geelbloeiende kruisbloemigen in Twente (slot).
Nieuwsbrief FLORON-FWT 8: 1-6
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De sterk vertakte stengels zijn aan de voet borstelig behaard.
Bladeren De onderste bladeren zijn gesteeld en veerdelig met onregelmatig getande slippen (één tot drie paar zijslippen). De bovenste bladeren zijn smal langwerpig, niet gedeeld, met een gave of getande rand en een versmalde voet, die de stengel niet omvat.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De gele bloemen zijn 1-1½ cm. De kelkbladen staan tijdens de bloei recht af, maar de randen rollen in. De bloemsteeltjes zijn korter dan de kelk.
Vruchten Een doosvrucht. De rechtopstaande, tegen de hoofdas gedrukte hauwen zijn 1 tot 2 cm lang en 1½ tot 2 mm dik. Ze zijn vierkantig met vlakke zijden. De stelen zijn 2-5 mm en de snavel is 1½-3 mm. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Trend van de soort
Het geschatte aantal atlasblokken (5x5 km) waarin de soort voorkomt per jaar.

© NEM(CBS & FLORON) 2015
Methode: Sparrius & Van Strien, Gorteria 37: 40.
Soms fluctueert het aantal sterk. Hoe vloeiender de lijn, des te betrouwbaarder de grafiek.