EcologieBodemZonnige tot half beschaduwde, open plaatsen op natte, matig voedselrijke tot voedselrijke, zwak zure tot kalkhoudende grond en in matig voedselrijk, zoet of zeer zwak brak water, vaak met een dikke modderlaag (zand, leem, zavel, veen en klei).
GroeiplaatsWater en waterkanten (beken, regelmatig geschoonde sloten, verlandende sloten, pas gegraven greppels, plassen, duinplassen, afgesneden rivierarmen, poelen, vertrapte oevers en soms in heidevennen met binnendringende meststoffen), moerassen en bossen (moerasbossen).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandVrij algemeen, maar vrij zeldzaam in de Hollandse en Zeeuwse duinen en in het noordelijk zeekleigebied en zeer zeldzaam in Zuid-Limburg, op de Veluwe en in de duinen van de Waddeneilanden.
VlaanderenVrij algemeen. het meest in de Polders en de Zand- en Zandleemstreek. Zeer zeldzaam in de Leemstreek en in het noorden van de Kempen.
WalloniëZeer zeldzaam.
WereldIn Europa, behalve in de meest noordelijke en de zuidelijke delen. Oostelijk tot in Midden-Siberië. Ingeburgerd in Nieuw-Zeeland.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL Pagina's in standaardwerkenAtlas van de Nederlandse Flora 3:
111Flora Batava 02:
plaatHeukels' Flora van Nederland, 23e ed.:
559Heukels' Flora van Nederland, 24e ed.:
756Nederlandse Oecologische Flora 2:
265Wilde-Planten.nl:
paginadeze soort in de Zadenatlas van Nederland Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De stengels zijn kaal, stevig, hol en gegroefd. Meestal worden er uitlopers gevormd.
Bladeren De onderste bladeren zijn ondergedoken. Ze zijn 3 tot 4-voudig geveerd met lijnvormige of draaddunne slippen. De andere bladeren zijn 3-voudig geveerd met eironde, diep ingesneden, spitse deelblaadjes, langwerpig-eirond en 4 tot 6 mm lang.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemschermen zitten aan het eind van de stengels of tegenover de bladoksel. Ze bestaan uit 5 tot 15 stralen. Ze zijn kort gesteeld en de steeltjes worden na de bloei niet dikker. De bloemen zijn wit of heel soms paars en 2 mm groot. De randbloemen zijn niet stralend. Er zijn geen omwindselbladen, maar wel veel omwindselblaadjes.
Vruchten Een splitvrucht. De vruchten zijn langwerpig tot eivormig, 3½ tot 4½ mm lang, vaak gebogen en met zeer brede, afgeronde ribben en zeer korte stijlen (tot 1 mm lang). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.
De bloeiperiode is dit jaar 2 dagen later dan het langjarig gemiddelde.