EcologieBodemZonnige tot half beschaduwde, open plaatsen op matig droge tot vochtige, matig voedselarme tot matig voedselrijke, stikstofrijke, vaak zwak zure en vaak omgewerkte grond (zand, leem, veen en stenige plaatsen).
GroeiplaatsBossen (langs bospaden), bosranden, kapvlakten, brandplekken, stormvlakten, struwelen, hakhoutbosjes, houtwallen, langs spoorwegen (spoorbermen), bermen, grasland (grazige plaatsen, grenzend aan bosranden), afgravingen (zandgroeven), braakliggende grond, plantsoenen, steenglooiingen, tussen straatstenen, parkeerterreinen, afbraakterreinen, puinhellingen, waterkanten (rivieren, sloten, kanalen, basaltglooiingen en tussen stenen van beschoeiingen langs vaarten), zeeduinen, ruigten, in knotbomen, drooggevallen mosselbanken, meeuwenkolonies, drooggevallen zandplaten, opgespoten grond, stortterreinen, oude muren, afgebrand rietland en soms in akkers.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandZeer algemeen.
VlaanderenZeer algemeen, maar iets zeldzamer in de Polders. In de twintigste en eenentwintigste eeuw heeft de soort zich sterk uitgebreid.
WalloniëZeer algemeen.
WereldKoude en gematigde streken op het noordelijk halfrond.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL LiteratuurKops, J. (1800) Epilobium angustifolium - Smalblaadige bastaard Wederik
Flora Batava 1: 7-7
Troelstra, A.S. (1963) “Witte raven” (Korte meded.).
Gorteria 1: 108-108
van Andel, J. & H.J.M. Nelissen (1973) Applicability of factor analysis in autecological research, with particular reference to Chamaenerion angustifolium (L.) Scop.
Acta botanica neerlandica 22: 599-607
van Eeden, F.W. (1893) Epilobium angustifolium var minor - Smalbladige Bastaardwederik
Flora Batava 19: 1496-1496
Pagina's in standaardwerkenAtlas van de Nederlandse Flora 3:
49Flora Batava 01:
plaatFlora Batava 19:
plaat 1496Heukels' Flora van Nederland, 23e ed.:
331Heukels' Flora van Nederland, 24e ed.:
449Heukels' Flora van Nederland, 24e ed.:
448Nederlandse Oecologische Flora 2:
225Wilde Planten 3:
110Wilde-Planten.nl:
paginadeze soort in de Zadenatlas van Nederland Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De rechtopstaande stengels zijn vrijwel kaal met stompe kanten.
Bladeren De verspreidstaande bladeren zijn langwerpig, gaaf of zwak getand en hebben een langs de rand lopende nerf. Ze worden 0,8 tot 1,2 cm lang en 1 tot 2 cm breed.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen vormen samen lange, iets puntig toelopende trossen met kleine schutbladen. Ze zijn roze, paarsrood of zelden wit en worden 2 tot 3 cm groot. De kroonbladen zijn iets uitgerand. De bovenste zijn iets breder dan de onderste. De meeldraden en de stijl steken uit de bloem en buigen later omlaag. De stempel heeft 4 spleten. De bloemknoppen zijn sterk teruggekromd.
Vruchten Een doosvrucht. De pluisvormige zaden worden door de wind verspreid. De zaden zijn langlevend (> 5 jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.
De bloeiperiode is dit jaar 3 dagen later dan het langjarig gemiddelde.