EcologieBodemZonnige plaatsen op natte, matig voedselarme tot matig voedselrijke, zwak zure grond en in ondiep water. Vaak op kwelplekken met ijzerrijk grondwater (veen, humeus zand en leem).
GroeiplaatsWaterkanten en water (vennen, veenplassen, spoorsloten en greppels), moerassen (kwelmoerasjes, drijftillen en moerassige ruigten), grasland (hooiland), zeeduinen (duinvalleien en duinmeertjes) en soms bossen (ijl berkenbroekbos).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandPlaatselijk vrij algemeen in laagveengebieden, in het midden, oosten en noordoosten van het land en op de Waddeneilanden. Zeldzaam in het rivierengebied en zeer zeldzaam in de Holandse duinen, in het noordelijk zeekleigebied en in Flevoland. Niet in Zeeland en Zuid-Limburg.
VlaanderenPlaatselijk vrij algemeen in de Kempen. Elders zeldzaam tot zeer zeldzaam.
WalloniëPlaatselijk vrij algemeen in de Ardennen. Elders zeldzaam tot zeer zeldzaam.
WereldKoude en gematigde streken op het noordelijk halfrond.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL Pagina's in standaardwerkenAtlas van de Nederlandse Flora 3:
128Flora Batava 02:
plaatHeukels' Flora van Nederland, 23e ed.:
391Heukels' Flora van Nederland, 24e ed.:
368Nederlandse Oecologische Flora 2:
79Wilde Planten 2:
29Wilde-Planten.nl:
paginadeze soort in de Zadenatlas van Nederland Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De boogvormig opstijgende stengels zijn verspreid behaard.
Bladeren De bladeren zijn geveerd met 5 of 7 (soms 3), dicht opeen staande deelblaadjes. Ze zijn langwerpig en gezaagd. De bovenkant is vrij donkergroen en de onderkant grijsgroen tot blauwgroen. De schutbladen zijn meestal 3-tallig.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen groeien in losse bijschermen. Ze zijn donker bruinachtig paarsrood, 2 tot 3 cm in doorsnee, stervormig en 5- tot 7-tallig. De grote kelkbladen zijn zwartpaars. De iets kortere (tot 8 mm) en veel smallere kroonbladen zijn toegespitst in een naaldvormige top. Ze vallen niet af en sluiten zich samen met de kelkbladen om de rijpende vrucht. De bijkelkslippen blijven min of meer afstaan.
Vruchten Een eenzadige dopvrucht of nootje. De vrucht is aardbeiachtig, maar niet sappig, glad en groeit op een verhoogde bloembodem. De zaden zijn zeer kortlevend (< 1 jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.