Soortgroepen
Flora
Planten
Mossen
Korstmossen
Paddenstoelen
Kranswieren
Wieren
Fauna
Zoogdieren
Reptielen
Amfibieën
Vissen
Weekdieren
Kreeftachtigen
Stekelhuidigen
Manteldieren
Sponzen
Holtedieren
Projecten
FLORON
Het Nieuwe Strepen
30 jaar FLORON hokken
Witte gebieden
Staat deze plant er nog?
Meetnet Muurplanten
Mijn Berm Bloeit!
Populatieonderzoek Jeneverbes
BLWG
Witte gebieden mossen
Witte gebieden korstmossen
Staat dit mos er nog?
Staat dit korstmos er nog?
Meetnet Korstmossen
Meetnet Mossen
Kaart Begraafplaatsen & Mossen
Kaart Begraafplaatsen & Korstmossen
NMV
Meetnet Bospaddenstoelen
Meetnet Zeereeppaddenstoelen
Meetnet Moeraspaddenstoelen
Determineren
Eerste Hulp Bij Determineren
Determinatie Korstmossen
Determinatie Orchideeën
Het veld in
Veldkaart printen
Contactpersonen Natuurgebieden
Waarnemingen
Waarnemingen
Losse waarneming invoeren
Nieuwe streeplijst FLORON
Nieuwe streeplijst paddenstoelen
Nieuwe streeplijst (korst)mossen
Nieuwe streeplijst weekdieren
Mijn Lijsten
Mijn Waarnemingen
Lijsten zoeken
Waarnemingen zoeken
Waarnemers
Dashboard
Kaart biodiversiteit per hok
Soortenlijst per atlasblok
Literatuur
Inloggen
|
Over deze site
FLORON Verspreidingsatlas Vaatplanten
Verspreidingsatlas
a
b
c
d
e
f
g
h
i
j
k
l
m
n
o
p
q
r
s
t
u
v
w
x
y
z
Borago officinalis
L.
Bernagie
5 km
Kaart downloaden of aanpassen
Download kaart (groot)
Download kaart (klein)
Kaartenmachine
QR-code
Download kaartdata (csv)
algemeen
|
ecologie & verspreiding
|
literatuur (1)
|
flora's (2)
|
taxonomie
|
herkenning
|
feedback (0)
Familie:
Boraginaceae
Groep:
tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Voorkomen in Nederland
Zeldzaamheid:
bron: Voorstel voor de Rode Lijst Vaatplanten 2012
algemene soort
Indigeniteit:
bron: Standaardlijst 2003
niet-ingeburgerd / adventief
Bloemen
bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra
Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De half-knikkende, 1,5-3 cm grote bloemen staan schermachtig bijeen (bebladerde schichten). Ze hebben een stervormig gedeelde kroon met afstaande, eironde, spitse slippen en een duidelijke kegel van paarszwarte meeldraden. Ze zijn helder blauw (zelden roze of wit) met een wit centrum (witte keelschubben). De helmknoppen zijn donker. De kelkslippen zijn lijn-lancetvormig, ongeveer even lang als de bloemkroon en na de bloei samenneigend. De dikke bloemstelen zijn omgebogen.
[meer]
Ecologie & verspreiding
Bernagie staat op open, zonnige en warme, vochtige en voedselrijke, vaak omgewerkte zand- en zavelgrond, op lichte klei en op stenige plaatsen. Ze groeit in akkers en ruigten, op omgewerkte en braakli... [
meer
]
Ecologie & verspreiding
Bernagie staat op open, zonnige en warme, vochtige en voedselrijke, vaak omgewerkte zand- en zavelgrond, op lichte klei en op stenige plaatsen. Ze groeit in akkers en ruigten, op omgewerkte en braakliggende grond, op ruderale plaatsen en puinhopen, in tuinen en op vuilstorten, in bermen en op spoorwegterreinen. De soort stamt oorspronkelijk uit Zuid-Europa, maar is tegenwoordig in meerdere landen van Europa ingeburgerd. In Nederland is de plant verwilderd uit tuinen, maar wordt ook op grote schaal aangeplant voor de oliehoudende zaden. Ze wordt veel gekweekt als toekruid en als bijenbloem. Bestuiving geschiedt door bijen en hommels, de van een mierenbroodje voorziene zaden worden door deze dieren versleept. Bernagie wordt verwerkt in salades en andere gerechten, is rijk aan zink, vitamine B6, magnesium en biotine en wordt dan ook gebruikt in voedingssupplementen. Vroeger werd de plant medicinaal gebruikt voor uiteenlopende kwalen zoals jicht, hoest, reuma en neerslachtigheid. Ook gebruikt als urineafdrijvend middel en als ontstekingsremmer.
CC-BY-SA 3.0
René van Moorsel, 2014
Ecologie
bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra
Bodem
Zonnige, warme, open plaatsen op vochtige, voedselrijke, vaak omgewerkte grond (zand, zavel, lichte klei en stenige plaatsen).
Groeiplaats
Akkers, ruigten, ruderale plaatsen, puinhopen, bermen, omgewerkte grond, tuinen, braakliggende grond, vuilstorten en langs spoorwegen (spoorwegterreinen).
Verspreiding
bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra
Nederland
Verwilderd vanuit tuinen.
Vlaanderen
Verwilderd vanuit tuinen.
Wallonië
Verwilderd vanuit tuinen.
Wereld
Oorspronkelijk uit Zuid-Europa en Noord-Afrika. Plaatselijk ingeburgerd, o.a. in Noord-Frankrijk, Groot-Brittannië, Amerika en Australië.
Ecologie
bron: Botanisch Basisregister (met aanvullingen)
Levensduur:
éénjarig
Levensvorm:
therofyt
Bloeitijd:
juni - herfst
Literatuur
Heimans, E. (1908) Zeldzame planten in de duinen.
De Levende Natuur
13:
141-144
Pagina's in standaardwerken
Atlas van de Nederlandse Flora 2:
85
Heukels' Flora van Nederland, 23e ed.:
468
deze soort in de Zadenatlas van Nederland
Taxonomie
Rijk:
Plantae
Stam:
Tracheophyta
Klasse:
Spermatopsida
Orde:
Boraginales
Familie:
Boraginaceae
Borago officinalis
L. (1753)
Nederlands:
Bernagie
Engels:
Borage
Duits:
Borretsch
Etymologie
bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra
Borago
komt van het Griekse
borra (
kort haar), naar de ruwe beharing van de plant, maar volgens anderen komt het van het Latijnse
cor ago
(hartopwekkend), naar de geneeskrachtige eigenschappen.
Officinalis
betekent
geneeskrachtig of uit de apotheken
.
Bron:
Heukels' Flora 23 (in kleine letters)
Bron Nederlandse naam:
Heukels' Flora 23
Beschrijving
bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra
Stengels
De rechtopstaande, stijve en dikke stengels zijn afstaand borstelachtig behaard en al of niet vertakt.
Bladeren
De meestal eironde, in de gevleugelde bladsteel versmalde wortelbladen vormen eerst een rozet. De bladrand is gegolfd. De zittende stengelbladen zijn kleiner en meer langwerpig tot lancetvormig. De bovenste bladeren zijn stengelomvattend. Alle bladen zijn afstaand behaard.
Bloemen
Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De half-knikkende, 1,5-3 cm grote bloemen staan schermachtig bijeen (bebladerde schichten). Ze hebben een stervormig gedeelde kroon met afstaande, eironde, spitse slippen en een duidelijke kegel van paarszwarte meeldraden. Ze zijn helder blauw (zelden roze of wit) met een wit centrum (witte keelschubben). De helmknoppen zijn donker. De kelkslippen zijn lijn-lancetvormig, ongeveer even lang als de bloemkroon en na de bloei samenneigend. De dikke bloemstelen zijn omgebogen.
Vruchten
Een splitvrucht. De vrucht bevat vier bruinig zwarte zaden. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Kenmerken
bron: Botanisch Basisregister (met aanvullingen)
Hoogte:
0,20-0,60 m.
Bloemkleur:
blauw met wit
Type vrucht:
splitvrucht
Kleur van de vrucht:
Onopvallend
Geslachtsverdeling:
tweeslachtig
Feedback
commentaar toevoegen
Close
Afbeelding 1 van 3
Maximize image
Restore image
Bestand:
Naam fotograaf:
Locatie:
Omschrijving:
Betreft detail:
NFN:
Publiek zichtbaar:
Gemaakt op:
april 2018
april 2018
m
d
w
d
v
z
z
13
26
27
28
29
30
31
1
14
2
3
4
5
6
7
8
15
9
10
11
12
13
14
15
16
16
17
18
19
20
21
22
17
23
24
25
26
27
28
29
18
30
1
2
3
4
5
6
Weergegeven onderdelen:
Upload
Voorwaarden voor het plaatsen van foto's
Naam verkeerd weergeven? Pas je naam aan.
Hartelijk dank voor het uploaden. Je bijdrage wordt beoordeeld door het validatieteam. Tot die tijd is de foto of het geluid alleen voor jezelf zichtbaar.
Sluiten
{1}
##LOC[OK]##
{1}
##LOC[OK]##
##LOC[Cancel]##
{1}
##LOC[OK]##
##LOC[Cancel]##