Ecologie & verspreiding De Berijpte viltroos (Rosa sherardii) heeft de meeste kenmerken met de Viltroos (Rosa tomentosa) gemeen, wat betreft beharing (viltig), bekliering (harsgeur) en stekels (zwak gebogen of recht). De belangrijkste verschillen betreffen de kleur van de bloemen, de grootte van het stijlkanaal, de lengte van de bottelsteel en de stand van de kelkblaadjes. De bloemkroon is 2,5 tot 4 cm in doorsnede en is opvallend dieproze tot zelfs roodachtig. De bottelsteel is even lang of korter dan de bottel. Het stijlkanaal is het meest betrouwbaar gebleken determinatiekenmerk en meet 1,2 tot 2,2 mm. De kelkblaadjes van de Berijpte viltroos zijn steil omhoog gericht op de bottel en blijven daar lang aanwezig.
CC-BY-SA 3.0 Jan Klinckenberg, 2025
|
EcologieBodemZonnige tot licht beschaduwde plaatsen op droge tot matig vochtige grond (zand, leem en stenige plaatsen).
GroeiplaatsHeggen, struwelen, bosranden en soms in lichte bossen.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandZeer zeldzaam.
VlaanderenZeer zeldzaam.
WalloniëZeer zeldzaam.
WereldBerijpte viltroos komt in de noordelijke helft van Europa voor tot in centraal Rusland.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLLiteratuurBakker, P.A., N.C.M. Maes & J.D. Kruijer (2011) De wilde rozen (
Rosa L.) van Nederland.
Gorteria 35: 1-173
Bomble, F.W. (2009) Die Bedeutung
Rosa tomentella ähnlicher Blattoberseiten in der Taxonomie von
Rosa sect. Caninae subsect. Caninae.
Floristische Rundbriefe 43: 65-79
Buiteveld, J., A. Smolka & M.J.M. Smulders (2024) Genotyping of autochthonous rose populations in the Netherlands for effective ex situ gene conservation management.
Horticulturae 10: 777-
Foerster, E. & W. Schnedler (1977) Schlüssel zum Bestimmen det mitteleuropäische Wildrosenarten.
Göttinger Floristische Rundbriefe 11 Beibl. 6: 1-1
Klinckenberg, J. Bakker, P (2025)
Sleutel voor de wilde rozen van Nederland. Loos, G.H. (2003) Ein notwendiger Paradigmenwechsel in der Taxonomie der Wildrosen.
Floristische Rundbriefe 36: 97-107
Maes, N.C.M. (2013)
Inheemse bomen en struiken in Nederland en Vlaanderen-Herkenning, verspreiding, geschiedenis en gebruik. Boom
Mennema, J. (1977) Een floristisch opmerkelijk jaar!
Gorteria 8: 159-168
Müller, R. (1990) Die Wildrosen im Landkreis Harburg, Niedersachsen.
Floristische Rundbriefe 24: 114-117
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De jonge takken zijn blauwachtig berijpt. De stekels zijn zwak gebogen of recht.
Bladeren De blauwgroene, oneven geveerde, vijf- of zeventallige bladeren hebben eivormige tot langwerpige dubbel gezaagde, tegenoverstaande deelblaadjes.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemkroon is 2,5 tot 4 cm in doorsnede en is opvallend dieproze tot zelfs roodachtig. De rechtopstaande kelkbladen vallen na de bloei niet af.
Vruchten Een vlezige schijnvrucht. Oranjerode tot rode bottels met blijvende, rechtopstaande kelkbladen. De bottelsteel is even lang of korter dan de bottel. Het stijlkanaal is 1,2 tot 2,2 mm breed. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Atlasblokken met waarnemingen
Het aantal atlasblokken (5x5 km) waarin de soort is gemeld binnen een periode van vijf jaar (vanaf 1980) of twintig jaar.
Niet gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en het aantal doorgegeven waarnemingen kan sterk variëren per periode,
dus een trend in verspreiding kan hier niet direct uit worden afgelezen. Het opgegeven jaartal is het eerste jaar van de
periode. Bron: gevalideerde waarnemingen uit de NDFF.
© FLORON & NDFF
download hoge resolutieFenologie bloeiend
Fenologie vruchtdragend
Bron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.