EcologieBodemZonnige tot licht beschaduwde plaatsen op natte, matig voedselarme tot vaak matig voedselrijke, meestal licht bemeste, humeuze, zwak zure tot kalkhoudende grond (zand, leem, veen en lichte klei).
GroeiplaatsGrasland (hooiland en weiland), zeeduinen (duinvalleien), waterkanten (langs sloten en greppels), moerassen (trilveen en jong veenmosrietland), bermen, grazige ruigten, bossen (lichte plekken in loofbossen en moerasbossen), bosranden, heggen, struwelen, kapvlakten en langs spoorwegen (spoorweggreppels).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandAlgemeen, maar vrij zeldzaam in Zeeland, het noordelijk zeekleigebied en Flevoland.
VlaanderenVrij algemeen tot algemeen.
WalloniƫVrij algemeen.
WereldEuropa, behalve in het uiterste zuiden. Zeldzaam in Midden-Siberiƫ. Ingevoerd in het oosten van Noord-Amerika en in Nieuw-Zeeland.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL LiteratuurBos, W. & R. von Mackensen (1997) Distels, planten met karakter.
De Levende Natuur 98: 223-225
Kops, J. (1807) Carduus palustris - Moeras Distel
Flora Batava 2: 118-118
Pons, T.L. (1977) An ecophysiological study in the field layer of ash coppice. II. Experiments with Geum urbanum and Cirsium palustre in different light intensities.
Acta botanica neerlandica 26: 29-42
Pons, T.L. (1977) An ecophysiological study in the field layer of ash coppice. III. Influence of diminishing light intensity during growth on Geum urbanum and Cirsium palustre.
Acta botanica neerlandica 26: 251-263
van Heerden, A. (2020) Vier decennia vegetatieonderzoek met permanente kwadraten in Zuid-Holland
Planten 11: 25-27
Pagina's in standaardwerkenAtlas van de Nederlandse Flora 3:
53Flora Batava 02:
plaatHeukels' Flora van Nederland, 23e ed.:
619Heukels' Flora van Nederland, 24e ed.:
677Nederlandse Oecologische Flora 4:
136Wilde-Planten.nl:
paginadeze soort in de Zadenatlas van Nederland Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De grauwgroene en vaak roodpaars aangelopen stengel is tot bovenaan stekelig gevleugeld en bebladerd en vaak aan de top vertakt. De stengel is zwak spinragachtig behaard.
Bladeren De bladeren vormen het eerste jaar een rozet. Ze zijn lijnvormig-langwerpig, bochtig veerspletig en zeer stekelig. De meeste bladeren hebben geen steel en zijn van boven behaard.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De eironde bloemhoofdjes zitten in vrijwel bladloze kluwens aan de top van de stengel in groepjes van twee tot achtĀ bij elkaar. Ze hebben een korte steel en zijn 1-2 cm. De bloemen zijn roodpaars of, soms wit. De opgerichte omwindselbladen zijn paars aangelopen en zwak stekelpuntig.
Vruchten Een eenzadige dopvrucht of nootje. De zaden zijn 2-3 mm lang. Het witte vruchtpluis is 0,7-1 cm. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan Ć©Ć©n jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
Ā© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.