EcologieBodemZonnige, luwe plaatsen in ondiep, stilstaand of langzaam stromend, matig voedselrijk tot voedselrijk, zoet tot soms zwak brak, zwak zuur tot zwak kalkhoudend water met een bodem van laagveen, rivierklei of zand.
GroeiplaatsWater (spoorsloten, plassen, vijvers, luwe zijden van niet te grote plassen, petgaten, brede maar niet te diepe sloten, nieuwe kavelsloten, niet meer gebruikte kanalen, hoogveenwijken en hoogveenpoelen met binnendringend voedselrijk water, oude afgravingen en afgesloten rivierarmen).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandPlaatselijk vrij algemeen in laagveengebieden, met name in Fryslân, bij Groningen, in Zuidwest-Drenthe, Noord- en West-Overijssel, Midden- en oostelijk Zuid-Holland, in aangrenzende delen van Noord-Holland en Utrecht, in het Gelderse rivierengebied en in noordelijk Noord-Brabant. Elders zeer zeldzaam of ontbrekend.
VlaanderenZeer zeldzaam, o.a. nog in de Scheldevallei.
WalloniëNiet in Wallonië.
WereldKoel-gematigde streken in West- en Midden-Azië en Europa. Noordelijk van Midden-Engeland door Zuid-Zweden en Finland naar Noord-Rusland en zuidelijk tot in het dal van de Donau tot aan de Zwarte zee. Ook in de Povlakte. Min of meer ingeburgerd in Schotland, Ierland en Frankrijk.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL LiteratuurKops, J. (1807) Stratiotes Aloides - Gemeene Krabbe-schaar
Flora Batava 2: 97-97
Oving, B. (2002) Voorkomen van Krabbenscheer in de provincie Groningen.
Floron Nieuwsbrief Groningen 9: 17-22
Robbrecht, E. & H. Stieperaere (1986) De achteruitgang van
Stratiotes aloides in de Damslootvallei bij Gent (België).
Dumortiera 34-35: 86-91
Smolders, A., A.H.N. van Duynhoven & J.G.M. Roelofs (1993) Vruchtzetting en zaadproductie van Krabbescheer (
Stratiotes aloides L.) in Nederland.
Gorteria 19: 55-61
Pagina's in standaardwerkenAtlas van de Nederlandse Flora 3:
156Flora Batava 02:
plaatHeukels' Flora van Nederland, 23e ed.:
83Heukels' Flora van Nederland, 24e ed.:
105Nederlandse Oecologische Flora 4:
231Wilde Planten 2:
32, 59Wilde-Planten.nl:
paginadeze soort in de Zadenatlas van Nederland Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De wintergroene stengels leven afwisselend onder en half boven water. De stengels bestaat uit een zeer kort stammetje met een rozet van talrijke bladeren. Er worden uitlopers gevormd vanuit de oksels van sommige bladeren.
Bladeren De bladeren vormen samen een rozet. Het rozet bestaat uit vele lijnvormige tot langwerpige, enigszins gootvormig gekromde, spitse, getande bladeren, die tot een paar dm lang worden. Op elke bladtand zit een naar voren gerichte stekel. De onder-waterbladeren zijn donkergroen tot wijnrood. De boven-waterbladeren zijn grasgroen.
Bloemen Eenslachtig (een bloem met alleen mannelijke of alleen vrouwelijke geslachtsorganen). Tweehuizig (mannelijke en vrouwelijke bloemen op verschillende planten). De bloeiwijzen zitten in de oksels van één of enkele bladeren in het midden van de rozet en zijn meestal korter dan de bladeren. De kroonbladen zijn wit. Bij de vrouwelijke planten ontspringt in de bloeischede één vrijwel zittende bloem met een trechtervormige kroon van ongeveer 4 cm. Het vruchtbeginsel is naar de top vernauwd, zodat de rest van de bloem op een steeltje lijkt te staan. De bloemen hebben zes korte stijlen, die elk twee lange stempels hebben. Bij de mannelijke planten ontspringen in de bloeischede drie tot zes gesteelde bloemen, waarvan maar één tegelijk bloeit. Deze hebben een schaalvormig uitgespreide bloemkroon en ongeveer twaalf meeldraden.
Vruchten Een bes. Er ontstaan echter maar zelden vruchten. Deze vruchten zijn groen, besachtig, leerachtig-vlezig, zeskantig met twee scherpe, gestekelde ribben. De zaden zijn buis- tot worstvormig, bruin en ongeveer 1 cm, maar soms veel korter. De breedte is maximaal 3 mm. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.
De bloeiperiode is dit jaar 10 dagen later dan het langjarig gemiddelde.