EcologieBodemZonnige, soms licht beschaduwde plaatsen op vochtige tot tijdelijk natte, voedselrijke tot zeer voedselrijke, vaak kalkhoudende grond (klei, mergel, zand, leem en veen).
GroeiplaatsWaterkanten (o.a. vijvers en kanalen), bossen (beekbegeleidende bossen en wilgen- en elzenbosjes), bermen, grasland (drassige plaatsen), ruigten (natte ruigten), langs spoorwegen (spoorbermen en langs spoorsloten), polderdijken, braakliggende grond en zeeduinen (langs vroegere duinbeken).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandPlaatselijk vrij algemeen, maar zeldzaam in de zandstreken in het noordoosten, op de Veluwe, in Flevoland en op Texel (niet op de andere Waddeneilanden).
VlaanderenVrij algemeen. Het meest in gebieden met een lemige bodem.
WalloniëPlaatselijk vrij algemeen.
WereldEuropa, behalve in het hoge noorden (hoofdzakelijk in West- en Midden-Europa). Ook in Zuidwest-Azië. Ingeburgerd in Nieuw-Zeeland en het oosten van Noord-Amerika.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL LiteratuurContant, A.A. (1970)
Petasites hybridus (Groot hoefblad).
Natura 67: 19-21
Contant, A.A. (1971) Groot hoefblad.
Natura 68: 49-51
Heimans, E. (1907) Groot hoefblad.
De Levende Natuur 11: 201-204
Kops, J. (1814) Tussilago hybrida - Bastaard Hoefblad
Flora Batava 3: 199-199
Sloff, J.G. & J.L. van Soest (1939) Het fluviatiele district in Nederland en zijn flora II.
Nederlandsch kruidkundig archief. Serie 3 49: 268-306
Pagina's in standaardwerkenAtlas van de Nederlandse Flora 3:
115Flora Batava 03:
plaatHeukels' Flora van Nederland, 23e ed.:
610Heukels' Flora van Nederland, 24e ed.:
701Nederlandse Oecologische Flora 4:
89Stinzenplanten (P.A. Bakker & E. Boeve, 1985):
78Wilde Planten 2:
240Wilde-Planten.nl:
pagina Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De stengels zijn wollig tot spinragachtig behaard. De plant groeit in grote groepen.
Bladeren De rond-hartvormige bladeren zijn onregelmatig getand, eerst grijsviltig aan de onderkant. en worden soms tot 90 cm breed. Ze verschijnen aan het eind van de bloeitijd.
Bloemen Polygaam (bloemen met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen en bloemen met alleen mannelijke of alleen vrouwelijke geslachtsorganen). Tweehuizig (mannelijke en vrouwelijke bloemen op verschillende planten). De bloemen groeien in dichte trossen met alleen buisbloemen. Ze zijn licht paars-roze of bleekgeel. De mannelijke bloemen zijn 0,7-1,2 cm groot en de vrouwelijke 3-6 mm. De omwindselbladen en stengelschubben zijn roodbruin.
Vruchten Een eenzadige dopvrucht of nootje. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.