Ecologie & verspreiding Gewone eikvaren is een soort van droge heide op zandgronden en wordt vooral op noordhellingen gevonden. In het duingebied in het middenduin boven de kalkgrens en dan vaak samen met Kruipwilg. In de klasse der eiken- en beukenbossen op voedselarme grond kent de soort een teruggang en resteert daar vooral op in schaduwrijke bermen in in houtwallen. De Eikvarenfamilie is één van de grootste varenfamilies en kent wereldwijd vooral epifytische soorten. De bekendste is daarvan vooral de huiskamerplant Hertshoornvaren (Platycerium). De Gewone eikvaren komt ook wel epifytisch voor op muren, maar is dan meestal niet goed ontwikkeld. De plant blijft in de winter groen en heeft geen schubben op de bladsteel. Bij de determinatie moet onderscheid gemaakt worden met vooral Brede eikvaren (P. interjectum) die een duidelijk gezaagd blad heeft. De laatste soort komt overwegend zuidelijker voor en meer op kalkhoudende grond.
CC-BY-SA 3.0 Martin Stolp, 2014 |
Ecologiebron: Wilde-planten.nl / Klaas DijkstraBodemLicht beschaduwde plaatsen op droge, voedselarme, meestal zwak zure, maar soms kalkhoudende zandgrond en op stenige plaatsen.
GroeiplaatsBossen (lichtrijke loofbossen en naaldbossen, o.a. larixbossen), houtwallen, jeneverbesstruweel, bermen (aan de voet van loofbomen), langs holle wegen, zeeduinen (noordhellingen, duinstruweel en duinbos), oude muren, beschaduwde rotsen, in schorsspleten van gevelde stammen en in knotwilgen (epifyt).
Verspreidingbron: Wilde-planten.nl / Klaas DijkstraNederlandAlgemeen in de duinen, vrij algemeen in het oosten en midden en vrij zeldzaam in Zuid-Limburg. Elders zeer zeldzaam.
VlaanderenAlgemeen in de duinen en vrij algemeen in de Leemstreek. Elders vrij zeldzaam tot zeer zeldzaam.
WalloniëVrij algemeen in de hogere gebieden. Elders zeldzaam tot zeer zeldzaam.
WereldGematigde en koude streken op het noordelijk halfrond en op enige plaatsen op het zuidelijk halfrond, o.a. in Zuid-Afrika.
LiteratuurBrouwer, T. (2011) Eikvaren (
Polypodium vulgare).
Kruipnieuws 72: 4-6
Graaf, D. Th. de & P. Heukels (1982) Over de Eikvarens (
Polypodium vulgare L. en
P. interjectum Shivas) in het herbarium De Wever.
Natuurhistorisch Maandblad 71: 81-84
Lubienski, M. (2002) Ergänzungen zu Verbreitung der
Polypodium-Sippen (Polypodiaceae, Pteridophyta) in Nordrhein Westfalen, insbesondere im südwestfälische Bergland.
Floristische Rundbriefe 35: 19-26
Meinders-Groeneveld, J. & S. Segal (1967) Pteridologische aantekeningen, 3. De eikvaren (
Polypodium vulgare L. sensu lato) in Nederland.
Gorteria 3: 183-199
Ploeg, D.T.E. van der (1984) Varens op voormalige zeedijken, in het bijzonder in Friesland.
Gorteria 12: 67-71
Rompaey, E. van (1969) Nog eens
Polypodium: een nieuw anatomisch-morfologisch kenmerk voor onze drie Europese soorten.
Gorteria 4: 147-150
Ven, T. van de (1948) De varensoorten op het krijtland.
Natuurhistorisch Maandblad 37: 65-69
Vries, G. de (2012) Muurvarens in de stad Groningen.
Floron Nieuwsbrief Groningen 19: 15-28
Trend van de soort
Indexcijfer (1990=100) voor deze soort.

© NEM(CBS & FLORON) 2019
Soms fluctueert het aantal sterk. Hoe vloeiender de lijn, des te betrouwbaarder de grafiek.
Bloeiperiode

© FLORON gebaseerd op waarnemingen van bloeiende planten in de periode 2000-2019