EcologieBodemVrij zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op droge tot vochtige, matig voedselarme tot voedselrijke, matig stikstofrijke, humushoudende, zwak zure tot neutrale, soms kalkhoudende grond (vaak op lemig zand).
GroeiplaatsBossen (loofbossen), heggen, bosranden, struwelen, hakhout, houtwallen, licht beschaduwde bermen, langs spoorwegen (spoorbermen), waterkanten (langs sloten en greppels), zeeduinen en op hellingen.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandVrij algemeen in Zuid-Limburg, in het oosten en midden van het land en in het aangrenzende rivierengebied. Vrij zeldzaam in de Hollandse duinen. Elders zeer zeldzaam. Niet in het noordelijk zeekleigebied en in Zeeland.
VlaanderenAlgemeen, maar zeldzaam tot zeer zeldzaam in het kustgebied en op de armste gronden in de Kempen. Het meest in de Leemstreek, de Zand- en Zandleemstreek en de Voerstreek.
WalloniëAlgemeen, maar zeldzaam in oostelijk Brabant.
WereldHet meest in Europa, behalve in grote delen van het Middellandse-Zeegebied en Scandinavië. Ook in West-Azië en Noordwest-Afrika (Atlasgebergte). Plaatselijk ingeburgerd in het oosten van Noord-Amerika en in Nieuw-Zeeland.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL LiteratuurKops, J. (1822) Stellaria holostea - Gemeen Tril-gras
Flora Batava 4: 253-253
Stolwijk, P.F. (1993) Vogelmelk en Grote muur.
Nieuwsbrief FLORON-FWT 8: 15-15
Pagina's in standaardwerkenAtlas van de Nederlandse Flora 3:
154Flora Batava 04:
plaatHeukels' Flora van Nederland, 23e ed.:
286Heukels' Flora van Nederland, 24e ed.:
523Nederlandse Oecologische Flora 1:
188Wilde-Planten.nl:
paginadeze soort in de Zadenatlas van Nederland Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De ruwe, slappe stengels zijn vierkantig. De plant vormt grote plakkaten.
Bladeren De donkergroene, tot 8 cm lange bladen zijn stijf, smal langwerpig, spits en niet gesteeld. De rand en de middennerf zijn ruw behaard. De schutbladen zijn ook aan de rand groen.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). IJle bloeiwijzen met witte, 1½-3 cm grote bloemen. De kroonbladen zijn tot de helft gespleten en twee keer zo lang als de 6-8 mm lange kelkbladen.
Vruchten Een doosvrucht. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.