EcologieBodemZonnige, open plaatsen op droge tot vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke, kalkarme, zwak zure tot neutrale, goed gedraineerde, lichte grond.
GroeiplaatsAkkers (graan- en hakvruchtakkers), bermen (open plekken of nieuwe bermen), omgewerkte grond, braakliggende grond, ruderale plaatsen, stortterreinen en langs spoorwegen (spoorwegtaluds).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandPlaatselijk vrij algemeen in Noord-Brabant en Limburg, zeldzaam in het oosten en midden van het land. Elders is het zeer zeldzaam.
VlaanderenVrij algemeen in de Kempen en de Maasvallei en vrij zeldzaam in de Leemstreek. Elders zeldzaam of ontbrekend. Duidelijk in aantal afgenomen.
WalloniëZeldzaam. Het meest in de Ardennen. Duidelijk in aantal afgenomen.
WereldOorspronkelijk uit het Middellandse-Zeegebied. Nu ook in West- en Midden-Europa en hier en daar in Noord-Amerika, Midden- en Zuid-Afrika en Nieuw-Zeeland.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL Pagina's in standaardwerkenAtlas van de Nederlandse Flora 3:
51Flora Batava 06:
plaatHeukels' Flora van Nederland, 23e ed.:
607Heukels' Flora van Nederland, 24e ed.:
719Nederlandse Oecologische Flora 4:
75Wilde Planten 3:
123Wilde-Planten.nl:
paginadeze soort in de Zadenatlas van Nederland Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De rechtopstaande stengels zijn al of niet vertakt, kaal en iets vlezig.
Bladeren De verspreid staande bladeren zijn blauwgroen, langwerpig, grof getand tot veerspletig en met getande slippen. De onderste bladeren zijn steelachtig versmald. De hogere bladeren hebben geen steel en een verbrede, iets stengelomvattende voet.
Bloemen Polygaam (bloemen met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen en bloemen met alleen mannelijke of alleen vrouwelijke geslachtsorganen). De gele bloemhoofdjes zijn 3½-5½ cm en met een vlakke schijf. De lintbloemen zijn bandvormig. De buisbloemen zijn ook geel. De bloemen hebben geen stroschubben.
Vruchten Een eenzadige dopvrucht of nootje. De zaden zijn geribd met tien ribben. De zaadjes van de straalbloemen zijn gevleugeld, die van de buisbloemen niet. Er is geen vruchtpluis. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.