EcologieBodemZonnige, vaak iets open plaatsen op matig droge tot vochtige, voedselrijke, vaak omgewerkte of betreden, humusrijke en goed doorlatende grond (leem, zavel, klei en stenige grond).
GroeiplaatsBermen, wegkanten, dijken, akkers (akkerranden), ruigten, puin, braakliggende grond, zeeduinen, langs spoorwegen (spoorbermen en spoorwegterreinen), haventerreinen, industrieterreinen en tussen straatstenen.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandVrij algemeen, met name in Zeeland. Vrij zeldzaam in het oosten en midden van het land.
VlaanderenVrij algemeen, maar vrij zeldzaam in de Kempen. Het meest in de Polders, de Duinen en de Zand- en Zandleemstreek.
WalloniëVrij algemeen, maar zeer zeldzaam in de Ardennen.
WereldOorspronkelijk uit Europa en Azië. Nu in alle werelddelen, in gebieden met een gematigd of substropisch klimaat.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL LiteratuurKops, J. (1800) Malva sylvestris - Grote Malowe
Flora Batava 1: 38-38
Reijerse, A.I. (2005) 'Kleinbloemige' kaasjeskruiden: een puzzel?
Gorteria 31: 80-89
Sloff, J.G & J.L. van Soest (1938) Het fluviatiele district in Nederland en zijn flora.
Nederlandsch kruidkundig archief. Serie 3 48: 199-249
Pagina's in standaardwerkenAtlas van de Nederlandse Flora 3:
101Flora Batava 01:
plaatHeukels' Flora van Nederland, 23e ed.:
442Heukels' Flora van Nederland, 24e ed.:
459Nederlandse Oecologische Flora 2:
183Wilde Planten 2:
244Wilde-Planten.nl:
paginadeze soort in de Zadenatlas van Nederland Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De stengels staan rechtop of ze zijn opstijgend.
Bladeren De bladeren zijn behaard. De stengelbladeren zijn rondachtig met drie tot zeven gezaagde, spitse lobben.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen staan met twee tot zes bij elkaar in de bladoksels. De kroonbladen zijn 2-3 cm lang, diep uitgerand, roze met donkere strepen en drie tot vier keer zo lang als de kelk. De kelk is tot op de helft ingesneden. De drie bijkelkbladen zijn elliptisch, behaard en 4-8 mm. Na de bloei blijven de bloemstelen rechtop of schuin omhoog staan.
Vruchten Een splitvrucht. De deelvruchtjes zijn niet of weinig behaard. Op de rugkant zie je een mazenpatroon. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.