Ecologie & verspreiding Groene nachtorchis is een onopvallende plant met kleine, groen tot bruinrood aangelopen bloemen. De soort bloeit in mei op heischrale, onbemeste en matig vochtige graslanden op zwak zure bodems. De soort is daarbij karakteristiek voor open en lage graslandvegetaties. Vroeger was de soort ook bekend van onbemeste drassige graslanden op voedselrijke humeuze zand-, leem- of lössgrond. De soort komt alleen nog voor in Zuid-Limburg, op een grasland in de buurt van Wijlre. Er zijn vele groeiplaatsen verdwenen, o.a. bij Bemelen, Maastricht, Cadier en Keer en Slenaken. Op vrijwel alle groeiplaatsen is Groene nachtorchis verdwenen door bemesting en overbegrazing of juist vervilting van de grasmat en dichtgroei met struweel en bos. Voor kruisbestuiving is de soort afhankelijk van sluipwespen, bijen en kevers, maar de bloemen zijn ook in staat om zichzelf te bestuiven.
CC-BY-SA 3.0 Baudewijn Odé, 2015
|
EcologieBodemZonnige, zelden licht beschaduwde plaatsen op matig droge tot vrij natte, matig voedselarme, stikstofarme, niet of weinig bemeste, zwak zure tot kalkhoudende grond (mergel, zand, leem, löss en stenige plaatsen).
GroeiplaatsGrasland (grazige hellingen, blauwgrasland, kalkgrasland, rivier- en beekbegeleidend grasland en hooiland), bermen, rotsrichels en gebergten.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandZeer zeldzaam in Zuid-Limburg.
VlaanderenZeer zeldzaam in de Leemstreek (Haspengouw). Zeer sterk achteruitgegaan.
WalloniëZeldzaam in het Maasgebied en in de zuidelijke Ardennen. Het meest in kalkgraslanden in Famenne.
WereldEen gebergteplant van de koude en gematigde streken op het Noordelijk halfrond. Zeer zeldzaam in de laagvlakte van Noord-Frankrijk tot Jutland en Noord-Polen.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLLiteratuurArditti,J. & A. Ghani (2000) Tansley Review No. 110. Numerical and physical properties of orchid seeds and their biological implications.
New Phytologist 145: 367-421
Champluvier, D. (2000) Caractéristiques floristiques de pelouses à
Coeloglossum viride (Orchidaceae) sur grès Liasiques en Gaume (Lorraine belge).
Dumortiera 76: 2-6
Claessens, J. (2021)
Sleutel voor de uitgebloeide orchideeën van Nederland en België. [multi-entry key]
Claessens, J. & M. Claessens (2021)
Sleutel voor uitgebloeide orchideeën van Nederland en België. Eigen uitgave [Determinatiesleutel, e-Book]
Cremers, J. (1938) Orchideeën in Z. Limburg.
Natuurhistorisch Maandblad 27: 20-20
Hilgers, J. (1969) De achteruitgang van de Orchidaceae in Limburg 3.
Natuurhistorisch Maandblad 58: 172-172
Vuyck, L. (1901) Coeloglossum viride - Holtong
Flora Batava 21: 1663-1663
Westhoff, V. (1981)
Orchis of
Dactylorhiza?
De Levende Natuur 83: 3-5
Willems, J.H. (2001) De Groene nachtorchis.
Natuurhistorisch Maandblad 90: 11-15
Pagina's in standaardwerkenAtlas van de Nederlandse Flora 1:
88Flora Batava 21:
plaat 1663Heukels' Flora van Nederland, 23e ed.:
109Heukels' Flora van Nederland, 24e ed.:
142Nederlandse Oecologische Flora 5:
361Orchideeën (Kreutz, 1987):
52Wilde Planten 3:
309Wilde-Planten.nl:
paginaAfbeelding in de Zadenatlas (Digital Plant Atlas) Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels Stengels met vele bruinachtige scheden aan de voet.
Bladeren De onderste bladen zijn bijna rond tot langwerpig, de hogere, twee tot vijf bladen zijn kleiner en smaller. Vaak staan ze in twee rijen. Er is hoogstens één schutbladachtig stengelblad.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen zijn groengeel, heldergroen of van buiten roodbruin aangelopen. De bloemdekbladen zijn helmvormig samenbuigend. De 6-8 mm lange bloemlip is groengeel, teruggebogen en aan de top drietandig. De middelste tand is korter dan die aan de zijkanten. De spoor is bijna zakvormig en veel korter dan het vruchtbeginsel.
Vruchten Een doosvrucht. Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Atlasblokken met waarnemingen
Het aantal atlasblokken (5x5 km) waarin de soort is gemeld binnen een periode van vijf jaar (vanaf 1980) of twintig jaar.
Niet gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en het aantal doorgegeven waarnemingen kan sterk variëren per periode,
dus een trend in verspreiding kan hier niet direct uit worden afgelezen. Het opgegeven jaartal is het eerste jaar van de
periode. Bron: gevalideerde waarnemingen uit de NDFF.
© FLORON & NDFF
download hoge resolutieFenologie bloeiendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.